De Klokkengieterij
Rond het jaar 1650 wordt er in een willekeurige plaats een kerk gebouwd. Metselaars, timmerlui, glaszetters ze waren er allemaal bij betrokken. Ook de klokkengieters van: de Klokkengieterij. Ze trokken erop uit met alleen wat gereedschap wat toch opvallend was want het gieten van de klok zou toch wel enkele maanden in beslag kunnen nemen. Het was namelijk zo de klokken werden i.v.m. het transport en dergelijke niet in een fabriek gegoten maar zo dicht mogelijk bij de kerk. De klokkengieters namen dus afscheid van vrouw en kinderen om dus voor lange tijd bij de kerk te blijven. Ze groeven dan (op het kerkhof bijvoorbeeld) een flink gat waar later de klok in gegoten zou worden. Ze maakte in dat gat dan een mal en in een zelfgemaakte oven werd een legering van koper en tin verwarmd, als het gat weer dicht was gegooid en de legering was op temperatuur werd het hete gloedje via een gootje geleidelijk aan in het gat gegoten en dus in de mal. Nadat het staal was gestold werd het gat uitgegraven en werd de klok langzaam maar zeker zichtbaar. Nu was de taak aan de klokkengieters om de klok boven in de kerk te krijgen en dat viel niet mee gezien het gewicht en de grootte van de klok. Er kwam dus ook wel veel mankracht bij kijken, met een ingenieus systeem van touwen, haken en katrollen werd de klok langzaam maar gracieus omhoog gehesen. Had de klok dan zijn hoogste punt bereikt en hing hij op zijn plaats dan werd de klok geluiden en kon voor de hardwerkende klokkengieters de lange reis naar huis weer beginnen. En vele honderden jaren later is de klokkengieterij uit Brabant wereldberoemd geworden met o.a. klokken in: Amerika, Engeland, Japan, Rusland, Frankrijk en vele vele andere landen. Je mag dus wel spreken van echte BRABANTSE FAAM.