1994 – Te Gek voor Woorden

De Tulpenhandel

Vriendenkring van Gaal beeldt de meest spectaculaire en alarmerende speculatiegolf uit, namelijk de grote tulpenmanie van 1636 en 1637. De tulp kwam eind 16e eeuw via Turkije naar Nederland. Op d’n duur ontstond er een massahandel in tulpen. De tulp was seizoensgebonden, dus een ideaal speculatie-object. Er werd tussentijds op papier gehandeld en met winst doorverkocht. Begin jaren dertig lieten kwekers rondreizende verkopers de markten afgaan. De plotselinge stijging van de vraag dreef de prijs hoog op; een tulp genaamd ‘Admiraal De Mans’ bijvoorbeeld steeg in twee jaar tijd van ƒ 15,- naar ƒ 175,-. De tulpenhandel werd een ware hysterie en in 1636 sloeg deze om in pure WINDHANDEL, een papieren gok. In die tijd werden verschillende spotprenten gemaakt, die bedoeld waren als een waarschuwing voor een herhaling van deze dwaasheid. U ziet onder meer uitgebeeld, DE NARRENKAP aan het strand alwaar de transacties plaatsvinden. De duivel drijft spot met de windhandel door het ophouden van een leeggelopen zandloper, leveringsbonnen en contracten. Kopers uit alle lagen van de bevolking betaalden zelfs in natura, zoals FLORA die wordt weggejaagd om haar hoerering. De oude weduwe achter het vervallen dorp wacht op haar dood en symboliseert het einde van de windhandel. De MALLEWAGEN is een satire op de windhandel. FLORA, vergezeld door narren en vrouwen, wordt hier uitgebeeld als een courtisane met de drie meest gewilde tulpen in haar hand. Achter de wagen lopen modieus geklede burgers, bezorgd om het ‘lot der bloemisten’. Zij smeken om aan boord te mogen.